Vendelen, beter bekend onder de term vaandelzwaaien of vendelzwaaien, is een sport waarbij behendigheid en lenigheid centraal staan. ”Vaandrig” of “vendelier” is de naam voor diegene die met de vlag zwaait.
Over het ontstaan bestaan verschillende discussies: sommige folkloristen beweren dat er al in de tijden vóór Christus gevendeld werd, andere zeggen dat het rond de 15e eeuw is ontstaan. Ook de plaats waar het ontstaan is, is niet bekend. Feit is dat de vaandel in Europa terechtgekomen is door de Kruistocht naar het Heilige Land.
Het vendelen wordt beoefend in een groot gedeelte van het Europese vaste land, voornamelijk Italië, Duitsland, Zwitserland, België en Nederland. In Nederland zijn het vooral schutterijen en gilden uit Gelderland, Noord-Brabant en Limburg die zich hiermee bezighouden.
Bij vendelen heeft sierlijkheid de bovenhand in de bewegingen; de figuren vloeien als het ware in elkaar over. Het vendelen wordt vaak gezien als een uiting van het gebed tussen goed en kwaad. Elke regio/vereniging heeft zo zijn eigen vendelgebed.
Betekenis van het vendelzwaaien
Vendelhulde: een uitbeelding van een strijd tussen goed en kwaad
Er zijn folkloristen geweest, die in de vendeldemonstratie van schutterijen niets anders zagen dan louter eerbetoon aan de Pastoor, Burgemeester enz. Sommigen beweren ook dat het ontstaan van dit imposante vlagvertoon te zoeken is in de Middeleeuwse Meigilden of oud Germaanse bloedbroederschappen. De betekenis van het vendelen zoals dit tegenwoordig gekend wordt heeft een andere intentie. De vendelhulde zelf wordt een gebed en strijd genoemd, terwijl de vendeliers er steeds aan worden herinnerd, dat ze met gewijde vaandels vendelen.