Een tamboer (ook wel trommelaar of trommelslager) is iemand die op een trommel slaat met een bepaalde functie. Van de Middeleeuwen tot aan de eerste wereldoorlog werd de trommelslager gebruikt om tijdens de marsen van de legers het tempo aan te geven. Bij het gevecht gaf de tamboer middels een wisseling van slagen de bevelen van de krijgsheer door via zijn trommel. Een voorbeeld van een dergelijke serie marsen en signalen is het boekje “Marschen en Signalen voor de Koninklijke Nederlandsche Armée”, dat in 1814 door de componist Rauscher werd geschreven voor het Nederlandse leger. Door de veranderende wijze van oorlogsvoeren verdween de tamboer uiteindelijk uit het leger, behalve voor ceremoniële functies.
Binnen de schutterijen en gilden had de tamboer dezelfde functies, hij gaf bevelen door aan de troepen en gaf het tempo aan tijdens de marsen. Later toen de schutterijen en gilden hun functie als leger verloren, bleef alleen de functie van het marstempo over. Daarnaast kondigden de tamboers tot kort na de 2e wereldoorlog nog de optrekdagen en kermis aan in ‘s-Heerenberg.
Ons gilde heeft nooit veel tamboers gehad. Sinds 2009 beschikt het gilde over gildetrommen. In 2010 is een oude schutterstrommel gerestaureerd en bij de tamboers-afdeling toegetreden
Het zijn allemaal handgemaakte trommen, die een geluid produceren en eruit zien zoals het bij een gilde hoort.